De eerste maanden bij AFMI: hoe ging het collega’s Robbin en Tobias af?

Sinds een paar maanden is ons team uitgebreid met maar liefst twee nieuwe collega’s: frezer Robbin Monnink en CAD-CAM programmeur Tobias Niemeier. Waarom ze voor AFMI kozen? En wat hun functies zo uitdagend maken? Ze vertellen het graag!

Robbin:
“De verspanende industrie is niet nieuw voor mij. Bij mijn vorige baan werkte in als cnc-verspaner. Maar hier miste ik uitdaging. Omdat de machines voorgeprogrammeerd waren, diende ik eigenlijk alleen op de knoppen te drukken. Toen kwam de vacature van AFMI op mijn pad. Ik kende het bedrijf omdat ik heb gestudeerd aan het ROC op de locatie naast AFMI. En jij Tobias, kende jij AFMI al voordat je hier kwam?”

Tobias:
“Nee, maar ik kom ook niet uit Nederland. Ik woon al heel mijn leven in Duitsland en werkte 10 jaar bij een klein Duits familiebedrijf. Hier was ik verantwoordelijk voor de aansturing van een kleine afdeling, zorgde ik ervoor dat alle machines liepen en dat de medewerkers wisten wat ze moesten doen. Ik was toe aan wat nieuws toen iemand me tipte over AFMI. Tijdens de kennismaking voelde het direct goed.”

Robbin:
“Ja, dat had ik ook. Nog voordat ik hier begon zijn we om tafel gegaan om een plan te maken voor de toekomst. Bij AFMI hebben ze een duidelijk beeld van waar ze met mij naartoe willen. Je krijgt veel ruimte voor ontwikkeling. En dat is fijn, want mijn huidige functie is niet vergelijkbaar met wat ik hiervoor deed. Ik heb bij AFMI meer zelfstandigheid, het werk is minder gestandaardiseerd en daarom word ik elke dag uitgedaagd om na te denken over zaken die minder voor de hand liggen.”

Tobias:
“Voor mij was de overgang misschien iets minder groot, omdat ik bij mijn vorige baan dezelfde functie vervulde. Toch is het altijd wennen om bij een ander bedrijf aan de slag te gaan, helemaal als het in een ander land is. Gelukkig is de Nederlandse markt vergelijkbaar en spreken de meeste collega’s Duits… en ik een aardig woordje Nederland. Tijdens het inwerken werd ik goed begeleid door collega’s. En ik merkte direct dat AFMI een werkgever is die beloftes nakomt.”

Robbin:
“Dat klopt zeker. Zo heb ik afgesproken om een cursus Heidenhain te volgen. Dit is een besturingssysteem op één van onze machines. In deze cursus doe ik meer kennis op over de machine en dit kan ik uiteindelijk implementeren om zelfstandig producten te maken. Begin november ben ik begonnen met deze cursus!”

Tobias:
“Omdat we de mogelijkheid krijgen om onszelf te ontwikkelen, leer je elke keer weer wat bij. Bij AFMI is sowieso geen werkdag hetzelfde. We zijn actief in heel veel verschillende markten, maken nooit hetzelfde product en werken met verschillende materialen. Ook op die manier doe je steeds meer kennis op. En het is ook een stuk leuker dan wanneer je elke dag hetzelfde staat te doen.”

Robbin:
“Afwisseling vind ik ook belangrijk. Uitdaging in het werk heb ik hier echt teruggevonden. En het is gewoon een fijne plek om te werken. De cultuur is prettig en de communicatie verloopt snel en soepel.”

Tobias:
“Welke opdracht is jou tot nu toe het meest bijgebleven?”

Robbin:
“Op dit moment ben ik bezig met het frezen van onderdelen voor een speciale deur. Een complexe opdracht, maar dat maakt het juist interessant. Hierin werk ik veel samen met onze programmeurs. Zij bepalen onder andere de snelheid en het toerental. Het materiaal varieert per opdracht; en aan mij de taak om de machine constant af te stemmen en te finetunen. Als AFMI werken we in zo’n opdracht echt als een team samen.”

Tobias:
“Ja, zulke opdrachten spreken mij ook het meest aan. Complexiteit en een grote hoeveelheid arbeid vind ik een mooie combinatie. In zulke opdrachten moet je overal aan denken en constant heel nauwkeurig te werk gaan. Daarin overleggen we steeds met elkaar hoe we bepaalde zaken het beste kunnen aanpakken.”

Robbin:
“We hebben al heel wat gedaan in deze eerste maanden. Ik focus me de komende tijd op de cursus.”

Tobias:
“Ook ik wil blijven leren. In een branche als deze gaan de ontwikkelingen snel. Daarin wil ik niet achterlopen. Maar bij AFMI komt dat wel goed. Ik heb er zin in!”